Foundation
Remko Bicentini, zoon van Moos Bicentini, is als assistent bondscoach terug op Curaçao waar zijn vader nog steeds een voetballegende is.
Hij kent de verhalen over zijn vader, maar nog niet eerder werden ze aan hem verteld door de oud ploeggenoten van zijn vader.”Dus dat is de zoon van Mooi”, zegt Pedro Matrona. Hij schudt zijn hoofd. “Nee, niet Moos. Mooi. Iedereen op Curaçao noemde hem Mooi.“ “Mooi was een fantastische voetballer. Een goed mens”, zegt Matrona. “Hij speelde bij SUBT. Sport Unie Brion Trappers. Ergilio Hato en ik bij Jong Holland. Die club was opgericht door de fraters van Tilburg.
Hij kon hard schieten. Echt verschrikkelijk hard. Als hij weer aanlegde voor zo’n schot, riep ik al naar achteren: ‘Hato, kijk uit. Daar komt weer zo’n kanonskogel!'” Ze hadden het goed op hun eiland in de Caribbean. “We leefden in een paradijs”.
Remko Bicentini zet zich met zijn foundation in voor de jeugd van de Antillen.